Les – Communiceren
Lesdoel
Je praat duidelijk met collega’s en vraagt hulp als iets niet duidelijk is.
Uitleg
Je zegt wat je doet: schoffelen, wieden, harken of afval afvoeren. Je vraagt uitleg als je iets niet snapt. Je luistert goed naar uitleg.
Voorbeeld
Je zegt: “Ik ben klaar met harken. Zal ik het afval afvoeren?”
Oefening
In tweetallen legt één persoon uit hoe je moet schoffelen, wieden of harken. De ander stelt vragen.
Check vraag
Wat zeg jij als je een instructie niet begrijpt?
Beoordelingscriteria
• Je spreekt duidelijk.
• Je vraagt op tijd om hulp.
• Je luistert goed.