1. Controleer je PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen).
- Handschoenen
- Veiligheidsschoenen
- Werkkleding
2. Zorg dat de schoffel jouw maat heeft. Zit de hilt los? Pak een andere. Controleer de schoffelsteel op splinters. Is de spade scherp genoeg? Controleer dit.
3. Je werkt van voor naar achteren met overlap. Je schoffelt ongeveer 1 cm diep. Let op dat je de planten niet beschadigt en wiedt waar nodig is met de hand.
4. Kijk of het onkruid los ligt. Verzamel het onkruid dat los ligt meteen als het nat weer is.
5. Maak het gereedschap schoon en ruim het op.