Content
Lesdoel
De deelnemer leert zelfstandig doorwerken zonder steeds hulp te vragen.
Uitleg
Je kunt goed zelf werken. Als je een taak krijgt, bijvoorbeeld stof knippen of nietjes verwijderen, weet je wat je moet doen en begin je meteen. Je hebt niet steeds hulp nodig. Als je klaar bent, kijk je of er nog ander werk is, zoals het opruimen van gereedschap of het voorbereiden van materialen. Wanneer je iets niet weet, stel je een vraag of zoek je het uit. Je laat zien dat je verantwoordelijk bent en dat je je werk serieus neemt.
Voorbeeld
Na het meten van de stof pakt de deelnemer zelf de schaar en begint met knippen.
Oefening
De teamleider geeft een kleine taak (bijv. oude nietjes verwijderen). De deelnemer werkt 10 minuten zelfstandig.
Check-vraag
Wat doe je als je klaar bent met je taak?
Beoordelingscriteria
• De deelnemer begint zelfstandig met een taak.
• De deelnemer blijft doorwerken zonder te wachten.
• De deelnemer zoekt zelf een volgende taak.
• De deelnemer vraagt alleen hulp wanneer nodig.
Competentie:
Zelfstandigheid
Behorende competentie: Zelfstandigheid.