In de opleiding Werken in het Groen bij Wio in den Haag leer je op een zeer praktische wijze als Assistent Groen werken in het groen, bijvoorbeeld in parken, plantsoenen en de openbare ruimte. Je leert eenvoudige werkzaamheden uitvoeren, zoals schoffelen, wieden, harken en het afvoeren van groenafval. Je werkt meestal samen met collega’s en krijgt duidelijke instructies.
Naast het werk in het groen leer je ook hoe je je gedraagt op de werkvloer. Je oefent met op tijd komen, luisteren naar uitleg, veilig werken en het afronden van je taken. Stap voor stap leer je zelfstandiger werken en verantwoordelijkheid nemen voor je werk.
De opleiding is praktijkgericht. Je leert vooral door te doen, op de werkplek. Zo groei je naar een betrouwbare assistent die klaar is voor werk en verdere ontwikkeling.
Assistent Groen – Werknemersvaardigheden (B1-K1)
In deze playlist leer je de 10 belangrijkste werknemersvaardigheden die je nodig hebt om goed te functioneren als assistent.
Je oefent deze vaardigheden in de praktijk, bijvoorbeeld in het groen, maar ze zijn ook bruikbaar in schoonmaak, grijs en horeca.
Je leert hoe je:
samenwerkt met collega’s- luistert en communiceert
- afspraken nakomt
- zelfstandig en netjes werkt
- doorzet als het werk lastig is
De activiteit t is gekoppeld aan Kerntaak B1-K1 en sluit aan op echte werkzaamheden zoals schoffelen, wieden, afvoeren en afronden (P8-K1).
Je laat zien wat je kunt door jouw gedrag op de werkvloer.
De 10 werknemersvaardigheden
- Stressbestendigheid & flexibiliteit
- Communiceren
- Gevoel voor arbeidsverhoudingen
- Afspraken nakomen
- Zelfstandigheid
- Nauwkeurigheid
- Samenwerken & collegialiteit
- Doorzettingsvermogen
- Leren en leervermogen
- Werktempo
Wat leer je hiermee?
Kerntaak B1-K1 – Werkt als assistent in een arbeidsorganisatie
B1-K1-W1 – Werk voorbereiden
Je begrijpt de opdracht en weet hoe je moet starten.
Je:
- luistert goed naar uitleg
- stelt vragen als iets niet duidelijk is
- kijkt hoe werkzaamheden worden voorgedaan
- verdeelt het werk in logische stappen
- stemt af met je leidinggevende of collega
B1-K1-W2 – Werk uitvoeren
Je voert het werk veilig, netjes en volgens afspraak uit.
Je:
- werkt ordelijk en binnen de afgesproken tijd
- volgt instructies en veiligheidsregels
- vraagt hulp als dat nodig is
- maakt afspraken met collega’s
- blijft rustig bij veranderingen
- luistert naar feedback en past je werk aan
B1-K1-W3 – Werk afronden
Je rondt je werk goed af en laat de werkplek netjes achter.
Je:
- meldt op tijd dat je klaar bent
- geeft bijzonderheden door
- registreert je werk
- zorgt dat anderen veilig verder kunnen werken